Blijdorp en de Blijdorpse Polder


De Blijdorpse polder ligt in het Noorden van Rotterdam. Tot het jaar 1150 was het veenachtige gebied grotendeels onbewoond en lag het deels buitendijks waardoor er regelmatig overstromingen plaatsvonden.
Door het graven van de Rotterdamse Schie in 1389 ontstonden de Blijdorpse- en de Bergpolder, toen bekend onder de namen Blydorpsche polder en Bergsche polder. De Rotterdamse Schie liep waar nu het oostelijke deel van de Stadhoudersweg en de Schiekade lopen.
Tot 1900 was de enige belangrijke bebouwing op de veengrond het 18e-eeuwse buiten Oud-Walenburg (te vinden aan de huidige Walenburgerweg).

Steven Hoogendijk, een Rotterdamse horlogemaker, kreeg van het polderbestuur toestemming om in de Blijdorpse polder een stoomgemaal van de Engelse firma Boulton en Watt te bouwen, dat in 1787 in gebruik werd genomen. Dat gemaal heeft er slechts kort gestaan, want het bleek te duur en het werd in 1791 weer ontmanteld. Omdat Steven Hoogendijk tot de partij van de patriotten (scheldnaam Kezen) hoorde, werd het gemaal door de oranje gezinde boeren ook wel het ‘Keezending’ genoemd. In oktober 2004 werden de restanten van de fundering verwijderd uit wat nu het Statenwegplantsoen is om ruimte te maken voor de boortunnel ten behoeve van de Randstadrail.

Door de snelle groei van de Rotterdamse haven ontstond er rond 1900 een grote behoefte aan woningen. De gemeente liet het oog vallen op de nog onbebouwde Blijdorpse polder. Door geldgebrek kon er niet eerder dan rond 1930 begonnen worden met de aanleg. De wijk is aangelegd volgens het in 1931 aangenomen ‘Uitbreidingsplan voor het Noord- en Noordwestelijk stadsgedeelte’, mede ontworpen door de beroemde stadsarchitect Witteveen.
Tegelijkertijd werden er plannen gemaakt voor de verhuizing van de Rotterdamsche diergaarde uit het centrum naar de huidige locatie. Zo komt Diergaarde Blijdorp aan haar naam.

De wijk Blijdorp is genoemd naar de Blijdorpse polder maar maakt daar nu geen deel meer van uit. Blijdorp maakt nu deel uit van het stadsdeel Rotterdam-Noord. In de wijk wonen ongeveer 9500 personen.

Na het bombardement op Rotterdam van 14 mei 1940 was de behoefte aan nieuwe huisvesting groot en werden in het Noorderkanaal een groot aantal woonboten gebouwd.
Het was oorspronkelijk de bedoeling dat deze na een aantal jaren weer zouden verdwijnen, maar ze liggen er nog steeds.

Woningnood

Aan de Blijdorpzijde van het kanaal zijn in de oorlog ook nog een aantal woningen gebouwd, in de nog niet ingevulde delen van Blijdorp, om de woningnood na het bombardement op te vangen. Het gaat om de blokken tussen de Cleyburchstraat, Gordelweg, Vroesenlaan en Nobelstraat, met uitzondering van de bebouwing aan beide zijden van de Statenweg, deze zijn naoorlogs. Het maakte deel uit van een groter plan waarbij op diverse plaatsen in Rotterdam stroken van hetzelfde type zijn neergezet (Carnisse op Zuid en Oud-Mathenesse bij Schiedam). De woningbouw is gebaseerd op een eerder type dat de architect J.H. van den Broek ontwierp voor de Woningbouwvereniging Algemeen Belang. Daarbij werd extra veel aandacht besteed aan de lichtinval in de huizen.
Het gedeelte van de Blijdorpse polder dat overbleef na de bouw van Blijdorp en de diergaarde biedt plaats aan volkstuinen, sportvelden, een klein bedrijven­terrein en een gevangenis.

De drie Schieën, omstreeks 1512. De oudst bekende kaart van Rotterdam (linksboven gelegen). Vooraan ligt Overschie, rechts Delfshaven. De galg aan de linkerkant bevindt zich op de plek waar nu het Stadhoudersplein is. Kaart: Collectie Stadsarchief Rotterdam NL-RtSA_4001_1972-637
Rotterdam vanaf de Schie gezien 1781 Jacob Groenendijk NL-RtSA_4080_1973-4323
Woonboten in het Noorderkanaal
Woningen aan de Gordelweg hoek Vroesenlaan
De Blijdorpse Polder met de Nenijto (rechtsboven). In de polder is het gemaal te zien (links van de Nenijto), 1928 Foto: Collectie Stadsarchief Rotterdam, NL-RtSA_4232_1970-639

Het Buitenmuseum Blijdorp is een bewonersinitiatief, mogelijk gemaakt door de Wijkraad Blijdorp en Blijdorpse Polder.